Ook in het seizoen 2010-2011 stond er vier avonden snelschaken op het programma. Helaas zijn de resultaten van één van die avonden verloren gegaan. Om voor een eindklassering in aanmerking te komen moet er normaal gesproken op minstens drie van de vier avonden aan dat onderdeel worden deelgenomen. Vanwege het niet beschikbaar zijn van de uitslagen van een avond telden deze keer de twee (van de drie) beste resultaten mee. Om zoveel mogelijk leden op zoveel mogelijk schaakavonden aan hun trekken te laten komen en sommigen niets voelen voor snelschaken wordt de mogelijkheid geboden om op de ‘snelschaakavond’ toch te kiezen voor een gewone partij, die ook voor de reguliere competitie meetelt. Omdat niet op alle snelschaakavonden evenveel ronden gespeeld worden en de resultaten, mede vanwege het één keer mogen verzuimen, anders moeilijk te vergelijken zou zijn is de score voor elke avond uitgedrukt in een percentage. Van degenen die alle avonden meespeelden verviel het slechtste resultaat, in het overzicht cursief aangegeven. Rik Suurmond bereikte op twee avonden een zeer hoge score en hoefde op de derde avond maar één speler vóór te laten. Hij werd dus terecht snelschaakkampioen.
Nr | Naam | r 1 | r 2 | r 3 | Gem. |
1 | R. Suurmond | 92,9 | 94,4 | 72,2 | 93,7 |
2 | R. Hampsink | 71,4 | 88,9 | 66,7 | 80,2 |
3 | T. Hummel | 64,3 | 55,6 | 83,3 | 73,8 |
4 | F. Elgersma | 71,4 | 66,7 | 66,7 | 69,1 |
5 | R. de Boer | 64,3 | 66,7 | 55,6 | 65,5 |
6 | V. Boghossian | 57,1 | 72,2 | 64,7 | |
7 | P. van Kuilenburg | 50,0 | 55,6 | 52,8 | |
8 | K. Kranenburg | 57,1 | 44,4 | 50,8 | |
9 | F. Bank | 57,1 | 44,4 | 50,8 | |
10 | P. Hoogendoorn | 28,6 | 44,4 | 50,0 | 47,2 |
11 | S. Ykema | 42,9 | 50,0 | 46,5 | |
12 | J. Scherfke | 42,9 | 44,4 | 43,7 | |
13 | P. Cloosterman | 33,3 | 50,0 | 41,7 | |
14 | E. Daniëls | 33,3 | 44,4 | 38,9 | |
15 | J. Winters | 35,7 | 38,9 | 37,8 | |
16 | H. Dekkers | 42,9 | 22,2 | 32,6 | |
17 | H. van de Griendt | 14,3 | – | 11,9 | 13,1 |
18 | H. Scholtens | 11,1 | – | 5,6 |