Spring naar inhoud

Rating en combinatieklassement 2005 – 2006

RATING
Na elke 10 ronden en na de slotronde (ronde 32) is de rating berekend. Daarvoor tellen de resultaten van de  gewone interne competitie mee. Van de spelers die vooraf hebben aangegeven de externe wedstrijden mee te willen laten tellen zijn de daarin behaalde resultaten meegeteld wanneer ze daardoor een interne wedstrijd hebben gemist.

Henk Bult werd ”rating-kampioen”, ondanks een zwakke start. Hij maakte met zijn sterke optreden het vorig jaar verloren gegane terrein – een  bijna record verlies van 206 punten – voor een groot deel weer goed. Van de (zeven) partijen in de eerste periode wist hij er slechts één te winnen en dat was een externe wedstrijd. In 2006 was Henk nauwelijks te stuiten; slechts één keer werd het voor hem een ”0”. Ook na ronde 10, ronde 20 en ronde 30 is de rating berekend. Voor de grootste stijging per periode was een prijs beschikbaar. Aldo Quattrocchi begon – zoals bij de toelichting van de eindstand van de reguliere competitie reeds ter sprake is gekomen – sterk en dat resulteerde in het eerste “periode-kampioenschap”. Wim ten Vaarwerk gaf in het begin van de competitie meerdere keren aan echt ontevreden te zijn over zijn spel en was blijkbaar duidelijk uit op revanche in de tweede periode, zonder zich overigens te realiseren, dat dat ook nog een prijs op zou kunnen leveren. Hij boekte echter wel degelijk de grootste winst ten opzichte van zijn rating bij de voorgaande peildatum. Henk Bult, bezig aan zijn grote opmars, maakte in de derde periode de grootste sprong, maar omdat hij ook de totaalwinnaar werd kwam zijn naaste concurrent – overigens op gepaste afstand – Fetze Elgersma, in aanmerking voor het extraatje.
Wat betreft de rating van de ”herintreders”, Aldo Quattrocchi en Sietze Ykema, moet vermeld worden dat zij gestart zijn met een geschatte rating, waarbij ik uit heb moeten gaan van informatie van de spelers zelf en van clubgenoten. Aldo had misschien een beetje hoger gewaardeerd moeten worden, maar de goede resultaten hebben hem ongetwijfeld  ook een stimulans gegeven die tot de prima resultaten hebben geleid. De nieuwkomers Christoffel van Assen en Hans v.d. Griendt zijn blijkbaar wat te hoog ingeschat, maar zij hebben ook een aantal keren, door afwezigheid van ”geschikte” tegenstanders met duidelijk te sterke spelers te maken gekregen. De andere nieuwelingen, Ernst Daniëls en Peter Welding, hebben zich aardig gehandhaafd.
Een blik op de ratinglijst maakt duidelijk, dat er een aantal opvallende stijgers en dalers is. In sommige gevallen is daarvoor een voor de hand liggende reden aan te wijzen. Zo zal bij Mark Oude Alink de studie wel een rol gespeeld hebben en zal Henk Nijmeijer wel eens met een flinke ”bikelag” rechtstreeks vanuit Boekelo in Hengelo achter het schaakbord plaats hebben genomen. De forse stap voorwaarts die Alfred Rumengan en Pepijn Swets bijvoorbeeld gezet hebben is goed te verklaren uit het feit, dat zij vorig jaar nogal flink ingeleverd hadden. Stijgen en dalen zijn natuurlijk ook  – zoals hiervóór reeds vermeld is – nogal afhankelijk van de sterkte van de tegenstanders. De WP-score is in dit verband een bruikbare graadmeter. Aan het aantal WP-punten is echter geen kampioenschap verbonden. Als dat wel zo was geweest zouden (”de boeskolen”) Coen Hilbrink en Jürgen Scherfke met de eer zijn gaan strijken. Bij de berekening van de rating zoals die hiervóór is vermeld en besproken hebben alle gespeelde wedstrijden uit de gewone competitie meegeteld; de snelschaak- en de rapid-competitie zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Ook de resultaten behaald tegen spelers die niet in de eindklassering zijn opgenomen hebben meegewogen. Zelfs de partijen tegen twee “proefspelers” zijn verwerkt. Dat laatste geldt overigens niet voor de berekening van de KNSB-rating, waarvoor de resultaten aan de bond zijn doorgegeven. Mede door de late beëindiging van onze competitie zullen die niet in de rating per 1 augustus, maar pas in die van 1 november zijn verwerkt.

Nr Naam Start +/- r 10 +/- r 20 +/- r 30 r 32 Totaal +/-
1 A. Quattrocchi 1600 67 1667 36 1703 9 1712 1714 114
2 A. ter Horst 1706 4 1710 1710 4
3 M. Oude Alink 1853 -56 1797 -81 1716 -28 1688 1665 -188
4 F. Elgersma 1619 17 1636 -64 1572 59 1631 1635 16
5 F. Bank 1557 -13 1544 53 1597 -20 1577 1618 61
6 S. Ykema 1600 20 1620 56 1676 -36 1640 1616 16
7 A. Rumengan 1473 54 1527 22 1549 50 1599 1605 132
8 P. Swets 1491 32 1523 40 1563 45 1608 1604 113
9 K. Kranenburg 1646 -20 1626 -2 1624 -19 1605 1594 -52
10 K. Sekandar 1473 15 1488 20 1508 58 1566 1585 112
11 P. van Kuilenburg 1544 -30 1514 36 1550 25 1575 1575 31
12 R. de Boer 1564 -14 1550 -4 1546 15 1561 1570 6
13 H. Sarimehmet 1582 -22 1560 14 1574 -24 1550 1563 -19
14 C. Hilbrink 1447 41 1488 55 1543 20 1563 1554 107
15 H. Nijmeijer 1614 -36 1578 -9 1569 -27 1542 1535 -79
16 H. Meinen 1485 11 1496 30 1526 5 1531 1531 46
17 P. Hoogendoorn 1458 38 1496 30 1526 -40 1486 1494 36
18 V. Boghossian 1371 5 1376 41 1417 55 1472 1476 -16
19 B. Dwars 1459 10 1469 -14 1455 14 1469 1469 10
20 G. Jager 1487 39 1526 -47 1479 -13 1466 1466 -21
21 J.  Horst 1345 27 1372 26 1398 41 1439 1434 89
22 H. Bult 1283 -37 1246 83 1329 102 1431 1431 148
23 A. Valkonet 1496 30 1526 -45 1481 -58 1423 1414 -82
24 A. Brinkmann 1379 3 1382 1382 28 1410 1410 31
25 J.  Scherfke 1437 -19 1418 3 1421 -31 1390 1396 -41
26 W. ten Vaarwerk 1244 -17 1227 94 1321 41 1362 1362 118
27 H. Dekkers 1379 -22 1357 -9 1348 -2 1346 1346 -33
28 J. Winters 1306 2 1308 -25 1283 31 1314 1342 36
29 B. Polman 1400 21 1421 -24 1397 -73 1324 1325 -75
30 C. van Assen 1400 -30 1370 -49 1321 -54 1267 1270 -130
31 P. Welding 1300 -15 1285 -26 1259 1259 -41
32 E. Daniëls 1300 12 1312 -41 1271 1254 -46
33 H. v.d. Griendt 1200 -6 1194 -6 1188 -70 1118 1107 -93
34 G. Alberink 1026 10 1036 -2 1034 14 1048 1047 21
35 P. Linthorst 1001 -22 979 -33 946 -13 933 933 -68

COMBINATIEKLASSEMENT
Voor de schakers die in alle drie competitievormen zo vaak meegespeeld hebben dat ze daarin in het eindklassement konden worden opgenomen, is een combinatieklassement opgesteld. De nr. 1 per onderdeel krijgt 10 punten, de tweede plaats is goed voor 9 punten enz. De nrs. 10 en volgende krijgen elk 1 punt. De volgorde in het combinatieklassement wordt uiteraard bepaald door het totaal aantal punten behaald bij de drie onderdelen. Bij gelijk eindigen is de plaats in de eindstand bij de reguliere competitie doorslaggevend. Door zijn hoge klassering bij alle onderdelen werd Mark Oude Alink uiteraard in dit klassement eerste.

EINDSTAND  COMBINATIE-KLASSEMENT  2005 – 2006

Nr Naam Int. Comp. Rapid Snel Totaal
1 Mark Oude Alink 10 9 10 29
2 Fetze Elgersma 9 8 4 21
3 Richard de Boer 7 5 9 21
4 Sietze Ykema 6 7 6 19
5 Frans Bank 8 6 1 15
6 Hizir Sarimehmet 1 10 3 14
7 Piet van Kuilenburg 3 1 7 11
8 Vigen Boghossian 1 1 8 10
9 Alfred Rumengan 5 1 2 8
10 Henk Meinen 4 2 1 7
11 Henk Nijmeijer 2 4 1 7
12 Kambiz Sekandar 1 1 5 7
13 Paul Hoogendoorn 1 3 1 5
14 Joan Horst 1 1 1 3
15 Joop Winters 1 1 1 3
16 Hans v.d. Griendt 1 1 1 3

Gerrit Alberink

Competitieleider