Spring naar inhoud

2015.09.26: Uitstekende start HSC Stork 1 in promotieklasse

Het eerste team van HSC Stork is het nieuwe schaakseizoen in de promotieklasse van de SBO uitstekend begonnen. In en tegen Hardenberg werd gewonnen met 2½ – 5½.

T Hardenberg 2 1759 HSC-Stork 1728
1. Joan Reinders 1863 Wouter Lardinois 1892 0 1
2. Bernard van Lenthe 1564 NO 1 0 Regl.
3. Leo Klapwijk 1820 Rudie Hampsink 1838 0 1
4. Kai Rooda 2029 Thomas Hummel 1831 ½ ½
5. Edgar Spanjers 1739 Regobert Eijkelkamp 1819 ½ ½
6. Robin Bos 1720 Anton ter Horst 1622 ½ ½
7. Mark Benninga 1599 Stef Kienhuis 1593 0 1
8. Henk Brons 1740 Stephan Hiddink 1501 0 1

Op alle borden werd een positief resultaat geboekt. Nou ja, bijna alle borden dan, want voor het tweede bord hebben we geen speler kunnen vinden. De wedstrijd startte dus al met een 0-1 achterstand. Het duurde echter niet lang of onze invaller van vandaag, Stephan Hiddink, liet het eerste Hengelose punt noteren. Stephan speelde met zwart de Scandinavische opening. Lange tijd ging de strijd gelijk op en er was zelfs een moment dat zijn tegenstander een winnende voortzetting miste. In plaats daarvan kwam Stephan een kwaliteit voor te staan en dat wist hij steeds verder uit te bouwen tot winst (1-1).

Een andere debutant in het eerste team was Stef Kienhuis. Hij speelde met wit het Morra gambiet en kwam al direct vanuit de opening in een uitstekende stelling terecht. Zijn tegenstander beging een paar onnauwkeurigheden en dat leidde tot kwaliteitswinst bij een veel betere stelling. Stef verloor zijn geduld niet maar bleef rustig de druk op de zwarte stelling verder opvoeren. Zijn tegenstander kreeg geen enkele kans op een tegeninitiatief en toen Stef mat in twee kon geven hield zijn tegenstander het voor gezien (1-2).

Bij Regobert Eijkelkamp leek het er lange tijd op dat de volle winst in Hardenberg achter zou blijven. Regobert speelde te gehaast en kwam al snel onder druk te staan. De zwarte paarden dartelden vrolijk de witte stelling binnen en daarmee won zwart een pion. In de fase die daarop volgde koos zwart echter een paar keer niet voor de beste voortzetting. Ondanks de pion achterstand lukte het Regobert om de zwarte dreigingen te neutraliseren. In de eindstelling was het onduidelijk hoe de zwartspeler nog enig voordeel uit zijn pluspion zou kunnen halen en werd het remisevoorstel van Regobert geaccepteerd (1½ – 2½).

Niet veel later eindigde ook de partij van Anton ter Horst in remise. Anton speelde met zwart een positionele partij tegen Robin Bos. Robin had weliswaar meer ruimte op het bord maar Anton hield met zijn paard op e4 en dame op b4 de ruimte erachter in bedwang. In de overgang naar het eindspel deed wit ogenschijnlijk een goede afruil met een pion waardoor de f-lijn open kwam die door Anton geclaimd werd. In die fase ontstonden voor Anton kansen op de koningsvleugel.  Echter, er volgde een algehele afruil van de stukken en remise in een spel met loper tegen paard en beiden 7 pionnen (2 – 3). De rest van de middag schijnt Anton zich prima vermaakt te hebben met, zoals hij het zelf zegt “een heel leuk vrouwtje aan de bar en een sigaartje in de buitenlucht. Heerlijk toch?”

Daarmee was het pleit beslecht op de onderste borden en begon het wachten op de resultaten op de eerste borden. Die lieten even op zich wachten, maar het was het waard. Wouter Lardinois speelde tegen Joan Reinders, een bekende en geduchte tegenstander. Wouter speelde met wit. Na een Schots gambiet kreeg wit een stevige klem op de zwarte stelling. Bijna alle plannen voor zwart eindigden in pionverlies. Min of meer uit nood geboren verzwakte Joan zijn koningsvleugel met het opspelen van de g-pion. Wouter wist slim gebruik te maken van de zwakte in de zwarte stelling die hierdoor ontstond. Hij posteerde zijn zwarte loper en de dame op c3 en d4, waarmee er een continue matdreiging ontstond tegen de zwarte koning op h7. Pogingen van zwart tot tegenspel liepen dood en toen Wouter ook nog eens met zijn toren de zwarte stelling binnen kon dringen ontstond een onomkeerbaar matnet (2-4).

Thomas Hummel speelde tegen de enige 2000+ speler bij Hardenberg, Kai Rooda (2029). Na zo’n 16 zetten gespeeld te hebben hadden beide spelers bijna al hun tijd al verbruikt. Van Thomas weten we dat hij een begenadigd snelschaker is en hij liet zich door tijdnood niet van de wijs brengen. Met zwart speelde Thomas een variant van het Hollands en hij zette vanaf het begin de aanval in. Die sloeg echter uiteindelijk niet door. Er verdwenen steeds meer stukken van het bord en hoewel er in de eindstelling nog zat spanning zat, waren beide spelers tevreden met remise (2½ – 4½). Daarmee was definitief de matchwinst veilig gesteld, voor het eerst in méér dan een jaar!

Op het derde bord werd nog het langst gespeeld, de partij tussen Rudie Hampsink en Leo Klapwijk. Een positionele partij waarin voortdurend heen en weer geschoven werd met de stukken. Achteraf verklaarde Leo dat hij een vreselijke hekel heeft aan dit soort partijen, dus een goede keuze van Rudie! Rudie won een pion in het middenspel. Dat had nog niet het einde hoeven te zijn, want Leo had kunnen afwikkelen naar een eindspel met ongelijke lopers. Omdat er op dat moment nog een mogelijkheid in zat dat het team een goed resultaat zou halen, koos hij er voor om de stukken op het bord te houden. Dat kwam hem duur te staan. Een onnauwkeurigheid werd door Rudie genadeloos afgestraft. Rudie won een stuk en daarmee de partij (2½ – 5½).

Het vorige seizoen haalde het eerste team uit negen matches slechts 1 punt en 13½ bordpunten. Na de eerste ronde in de promotieklasse ziet de wereld er een stuk rooskleuriger uit. En dat is wel een stuk leuker!