Spring naar inhoud

2016.10.08: Krappe overwinning HSC Stork tegen Almelo 2

Op 8 oktober speelde het achttal van HSC Stork haar tweede wedstrijd van het seizoen, dit keer tegen Almelo 2. Het werd een 4,5 – 3,5 overwinning voor HSC Stork.

T HSC-Stork 1650 Almelo 2 1547
1. Wouter Lardinois 1888 Yannic Husers 1692 1 0
2. Rudie Hampsink 1913 Goswin Zeeman 1916 ½ ½
3. Regobert Eijkelkamp 1859 Edwin de Jonge 1823 ½ ½
4. Anton ter Horst 1649 Evert Bos 1612 ½ ½
5. Stef Kienhuis 1610 Robert Crompvoets 1442 0 1
6. Wahe Boghossian 1583 Yorick Postema 1745 ½ ½
7. Thomas Kanger 1490 George Henneberke 1477 1 0
8. Linet Boghossian 1210 Joas Tiggelaar 670 ½ ½

 

Onze tegenstander speelde met 4 invallers en had 2 sterke spelers af moeten staan aan hun eerste team. Daarmee kreeg de jonge Joas Tiggelaar wel een mooie kans om te debuteren in de promotieklasse. Almelo begon voortvarend met een overwinning na ruim 2 uur spelen op het 5e bord. Stef Kienhuis leek de hele partij niet echt lekker in de wedstrijd te zitten. Hij blunderde een stuk weg – maar dat werd niet opgemerkt door zijn tegenstander. Op een cruciaal moment in de partij ruilde Stef zijn dame af voor twee torens. Zijn tegenstander speelde met 3 vrijpionnen op de koningsvleugel en die bleken voor het torenpaar niet te houden te zijn (0-1).

Korte tijd later leidde een afruil van torens op het eerste bord het eerste punt in voor HSC Stork. Wouter Lardinois speelde met zwart tegen Yannic Husers.  Na een rustige Bird-opening (die begint met 1. f2-f4), had wit een aantal stukken op de zwarte koning gericht, klaar voor een dodelijke koningsaanval. Hoe beantwoord je een aanval op de flanken? Door een tegenaanval in het centrum! Wouter brak het centrum open, waardoor zijn stukken erg goed kwamen te staan. Nadat de witte dame op avontuur ging op de zwarte damevleugel kon Wouter een dodelijke creëren op de koning. In de finale miste Yannic een taktische wending waardoor hij 2 torens verloor, al stond hij in die stelling toch al vrij hopeloos (1-1).

Op het laatste bord speelde Linet Boghossian tegen Joas Tiggelaar. Beide spelers manoeuvreerden omzichtig met hun stukken en het evenwicht in de partij werd geen moment verstoord. Misschien dat Linet een kans heeft gemist om een van de torens van haar tegenstander in te sluiten, maar helemaal duidelijk was het niet. Kortom, remise was het terechte resultaat (1,5-1,5).

Als er een spektakelprijs uitgereikt had moeten worden dan was die ongetwijfeld naar Thomas Kanger gegaan. Het leek wel Call of Duty (dat is een wargame, red.) zoals beide spelers tekeer gingen. Thomas moest een panacea vinden voor een pion die al tot de 6e rij was opgerukt en dat deed hij niet zachtzinnig. Na 24. Le3? is de volgende stelling ontstaan:

thomas1-custom

Hier speelde Thomas ijzersterk 24… Txe3! De toren kan niet terug genomen worden vanwege 25. fxe3 Dxe3+ en daarna 26… Dxc1. In de partij volgde 25. Td1 Dxd1+!? 26. Lxd1 Te1+ 27. Kh2 Txd1. De toren staat gelijk goed achter de opgerukte pion, maar het is nog een hele kluif om een goed resultaat te halen. Thomas bleef koelbloedig, hij ging niet voor de remise en uiteindelijk strikte hij de witte koning in een mat-net. Zover liet zijn tegenstander het niet komen. In de slotstelling moesten de omstanders twee keer kijken waarom hij had opgegeven, maar toen werd duidelijk dat het verlies van de witte dame niet meer af te wenden was:

thomas2-custom

Zwart dreigt nu met 63… Te5 en dan is 64. Kd4 de enige zet. Helaas voor wit kan hij dan niet meer ontsnappen aan dameverlies door een aftrekschaak met de toren. Bijvoorbeeld: 63. Da8 Te8+ 64. Dc5 Txa8. Een uitstekende partij en Thomas heeft al toegezegd dat hij deze partij op 13 oktober graag wil demonstreren op de clubavond. We starten om 19:30 en om 20:00 beginnen al vanouds de partijen.

HSC Stork dus op voorsprong (2,5-1,5). Er volgde een remise op bord 3, waar Regobert Eijkelkamp een van de saaiste partijen uit zijn schaakleven speelde. De stelling was vanaf het begin dichtgeschoven en alleen zijn tegenstander mocht hopen op een goed resultaat. Daarvoor speelde hij niet nauwkeurig genoeg en na 3,5 uur spelen was remise een terecht resultaat (3-1). Op het 6e bord leek Wahe Boghossian lange tijd een op weg te zijn naar een goed resultaat. De partij eindigde echter in een toreneindspel dat weliswaar zorgvuldig behandeld moest worden, maar waar geen van beide spelers aanspraak maakte op het volle punt (3,5-1,5).

Anton ter Horst stond in het begin ietsjes beter maar koos toen een verkeerd plan. In de overgang naar het eindspel een offerde Anton een pion om meer spel te krijgen; Anton had al wel gezien dat hij de pion eenvoudig terug kon winnen. Hij zag vervolgens een variant waarbij hij eenvoudig remise af kon dwingen, wat voor het team voldoende zou zijn. Anton hield vast aan zijn plan en zag daarbij een fout van zijn tegenstander over het hoofd. Dat was tevens de laatste kans om de partij naar zich toe te trekken. De partij eindigde met alleen twee koningen op het bord. Goede raad: toets bij iedere zet toch weer even je plan (4-1).

Hoe kan het ook anders: Rudie Hampsink bleef als laatste over met als ‘opdracht’ om het beslissende halfje binnen boord te halen. Rudie speelde een rommelige partij tegen Goswin Zeeman. Hij probeerde er weer een positionele partij van te maken, maar zijn stukken werkten niet samen en langzaam werd Rudie in de verdediging gedrukt. Met een pionoffer gooide Rudie de stelling open en kreeg hij tegenspel. Even leek het er op dat Rudie zich ongelukkig in een mat-in-één positie had gedrongen, maar uiteraard had Rudie het vervolg goed gezien. Hij kon van afstand eeuwig schaak met zijn toren blijven geven waardoor eeuwig schaak niet te vermijden was voor zijn tegenstander. Daarmee haalde Rudie voor het team het beslissende halfje binnen (4,5-3,5).