Spring naar inhoud

2014.11.22: HSC Stork 1 komt in de buurt van eerste matchpunt

In de derde ronde van de KNSB-competitie speelde het eerste 8-tal van HSC Stork tegen het vierde 8-tal van de Groninger Combinatie. Het was weer een lange rit naar het hoge noorden, maar de beloning was er wel naar, want er speelden liefst vier teams van Groninger Combinatie tegelijkertijd thuis, waaronder het eerste team dat in de Meesterklasse speelt. Kortom: het was gezellig druk. Op voorhand wisten we dat het mogelijk moest zijn om punten te pakken tegen GC-4, het was immers één van de minder sterke tegenstanders in klasse 3A. Toch was ook dit keer het ratingverschil flink in ons nadeel, de tegenstander had gemiddeld toch 70 punten meer dan wij. We zouden dus hard moeten knokken om het eerste matchpunt te behalen, hetgeen uiteindelijk niet lukte, maar met een uitslag van 5,5 – 2,5 was een drama als in de eerste twee ronden gelukkig vermeden. Dit keer wisten we aan één bord de volle winst te halen (bord 7, Johnny Hampsink), aan 3 borden de halve winst te halen (borden 2, 3 en 4, Sjaak Piest, Han Kuik en Rik Suurmond) en de overige 4 borden waren prooi voor de Groningers.

   Groninger Combinatie 4  1891 – HSC-Stork            1823 5½ – 2½

1. Fred Sluzewski          1918 – Wouter Lardinois     1866 1  – 0

2. Henk ten Doeschate      1951 – Sjaak Piest          1931 ½  – ½

3. Taco van de Poel        1935 – Han Kuik             1884 ½  – ½

4. Henk Bosveld            1930 – Rik Suurmond         1894 ½  – ½

5. Reno Emerencia          1904 – Thomas Hummel        1858 1  – 0

6. Lucia Brandenburg       1861 – Regobert Eijkelkamp  1892 1  – 0

7. Frans Vermeulen         1808 – Johnny Hampsink      1637 0  – 1

8. Egbert Huizinga         1820 – Anton ter Horst      1620 1  – 0


Eerst Johnny over zijn winst:

“Ik dacht met een rustige opening met g3 en f3 een stabiele stelling op te bouwen. Maar zwart speelde zeer agressief. Na een zeer spannend middenspel gaf zwart plots een volle toren weg. Na wat enge stuiptrekkingen (zie stelling) gaf zwart uiteindelijk op.”

De remises vielen zoals gezegd aan de hogere borden, bij twee spelers (Han en Sjaak) die nog puntloos waren, en bij een speler (Rik) die zelfs nog partijloos was. De eerste drie halfjes in deze jaargang van de KNSB-competitie voor deze spelers derhalve.

Han over zijn remise:

“Ik zag me geconfronteerd met een tegenstander die met zwart een ongebruikelijke variant speelde. Ik behandelde dit echter optimaal en stond na 9 zetten duidelijk beter. Helaas volgde daarna een fase met mindere zetten waarin mijn tegenstander Taco van der Poel het initiatief overnam. Ook Taco wist zijn voordeel niet maximaal uit te buiten. Op de 29e zet offerde ik een stuk tegen twee pionnen om de zwarte koning zijn bescherming te ontnemen. Dit was voldoende voor eeuwig schaak, maar toen ik dacht het nog iets beter te kunnen doen verkreeg, Taco twee zetten later weer voordeel. Gelukkig voor mij was de stelling heel complex en zag mijn tegenstander in hevige tijdnood vooral de dreigingen van wit, en bood hij remise aan.”

Sjaak over zijn remise:

“Mijn tegenstander en ik speelden een langzame variant van de Spaanse opening, waarbij we beide vooral verdedigend geen steken wilden laten vallen. De stukken bleven dan ook lange tijd op het bord, er werd veel gemanoeuvreerd en het centrum werd dichtgeschoven. Optisch had wit in de eerste fase een voordeel vanwege het ruimteoverwicht, wat je vaak ziet in het Spaans. In de praktijk wist ik mijn stukken echter te ontplooien en kreeg ik aanvalskansen, die ik niet benutte omdat ik gewoon niet zag hoe door de witte verdediging heen te komen. Uiteindelijk werd er één en ander afgeruild, en met een dynamisch evenwichtige stelling gingen we op herhaling van zetten en dus remise in. Achteraf had ik misschien mijn beste kans na wits 20ste zet (Pc3-b5).

Hier speelde ik 21… Df6, om d6 te dekken en verder te kunnen gaan met eventueel Ph4 en Dg6, maar dat kwam er niet van omdat wit op tijd zijn loper weer naar f1 speelde en zo g2 moeilijk aan te vallen viel. Ik had echter beter 21… a6 kunnen spelen om het paard weer te verjagen, met de goede kans dat wit de fout zou maken op d6 te slaan. Dan komt wit in grote moeilijkheden na 21. Pxd6? Dc7 22. Pf5, Lxf5 23. exf5, e4+. Ik speelde dit niet omdat ik dit niet gezien had.

De remise van Rik was hard werken. Rik stond een loper tegen twee pionnen achter en dit zou volgens de computer verloren zijn voor Rik. Echter met grote vechtlust en voortdurend dreiginkjes creëren wist Rik uiteindelijk het onderstaande eindspel af te dwingen. Hij had voor zijn eerste 20 zetten bijna al zijn tijd al gebruikt, dus lange tijd moest hij het doen met de 30 seconden bijtelling per zet. Volgens de computer is deze stelling gewonnen voor wit (+3,00), maar dit vereist wel nauwkeurig spel. Als de pion op b3 van het bord verdwijnt is winst praktisch uitgesloten. Echter, er volgde 1. b4?? f3! en nu verdwijnt het witte voordeel als sneeuw voor de zon. De voortzetting 2. Lxf3 Tf4+ 3. Ke3 Txb4 is onvermijdelijk en op dit moment werd een puntendeling afgesproken.

Vervolgens waren er dus nog vier harde werkers die helaas niet beloond werden. We beginnen met onze invaller (en ervaren KNSB-speler uit het verleden) Anton ter Horst, aan het laatste bord:

“Tot de 20ste zet een heel positionele partij. Vervolgens begon de partij “opnieuw” zonder lopers en had wit niet iets om te breken. Zwart stond wel wat gedrukt. Rond de 40ste zet kon wit echter een door een pion gedekte toren zomaar slaan met zijn dame, en was het uit.”

Regobert aan bord 6:

“Ik  speelde vandaag tegen een van de weinige vrouwelijke spelers in de zaal. Ik dacht in het begin van de partij lange tijd dat ik beter stond, maar de computer thuis dacht daar anders over en gaf mijn tegenstandster een kleine plus. Het eerste keerpunt was rond de 20e zet, toen ik mijn passieve toren op a8 liet ruilen voor een loper plus pion. Aanvankelijk leverde dit een groot voordeel op, maar de overwinning moest nog wel ‘eventjes’ worden binnen gehaald. Het tweede keerpunt was – helaas – tijdens de tijdnoodfase, toen ik enkele onnauwkeurige zetten speelde waardoor al mijn actieve stukken van het bord verdwenen. In de daarop volgende aanval wist mijn tegenstandster haar beide paarden voortreffelijk met elkaar te laten samenwerken en één voor één verdwenen alle zwarte pionnen in het doosje en daarmee ook elk uitzicht op een bevredigend resultaat. Toen de rookwolken van de tijdnoodfase waren opgetrokken restte niets anders dan een verloren stelling.”

Thomas aan bord 5:

“Het duurde lang voordat er iets werd geslagen. Alle zwarte stukken waren gericht op het centrum wat voor veel spanning in de stelling zorgde. Als eerste werden de dames geruild waarna langzaamaan zwart een klein voordeel kreeg. Dit voordeel was uiteindelijk genoeg voor de winst.”

En Wouter, die ditmaal de eer had om aan het hoogste bord plaats te mogen nemen:“Na een vrij spannende opening, waarbij beide kleuren kansen hadden, besloot ik een stuk weg te geven. Ik had er wel 2 pionnen als compensatie voor en een monstercentrum. Echter had zwart het loperpaar waardoor het centrum een grote gatenkaas werd. Na een pion en een kwaliteit te verliezen en geen enkele vorm van tegenspel, vond ik het wel genoeg geweest.”

De volgende ronde is op zaterdag 13 december, thuis in ons eigen denksportcentrum aan de César Franckstraat. We mogen dan optreden tegen mede degradatiekandidaat Dr. Max Euwe 4, uit Enschede. We zullen er alles aan doen om de Twentse derby in ons voordeel te beslechten en zo de laatste plaats in de ranglijst te verlaten. U bent allen van harte welkom op zaterdag de 13e december, om 13.00 uur.